Zelfverdedigingslessen

Voor als het écht nodig is …

Zelfverdediging Tip 43: houdt afstand tot een mes … maak dat je wegkomt!

 

Leer zo snel en ver mogelijk van gevaar weg te rennen zeker als het gaat om een aanvaller met een slag-, snij- of steekwapen!

 

 

 

 

 

 

Terreur

In vier weken tijd evenzoveel terreurdaden in Frankrijk. Het heeft zijn weerslag tot binnen onze landsgrenzen. Van politici in Den Haag tot sporters die ik ontmoet in een krachthonk waarin ik aan het trainen ben. Allen laten zich erover uit. De politici in bewoordingen over onze democratische vrijheden die wij niet moeten laten bedreigen. De mede-sporters hebben vragen aan mij over hoe zo veilig mogelijk zichzelf te kunnen verdedigen tegen een aanval met een mes.

‘Zo veilig mogelijk’ vind ik een goede toevoeging omdat messen wat mij betreft bijzonder onveilige voorwerpen zijn. Wie heeft zichzelf nooit per ongeluk met een mes in de vingers gesneden? Bij het koken of bij het klussen. Ook ik weet uit eigen ervaring dat je dit ongemerkt overkomen kan. Plots heb je een jaap in een vinger. Gewoon, door onoplettendheid en gedachteloos bezig zijn. Je bent zo vaak aan het koken, je bent zo vaak aan het klussen dat je niet eens meer oplet zodra je een mes pakt. Hoe ‘veilig’ is een mes eigenlijk nog?

Onmogelijk

Een mes is wél een snij- én steekwapen en dit zegt genoeg over hoe gevaarlijk dat is. Aanvallers kunnen hun slachtoffers verwonden door hen te steken met de punt en/of te snijden met het snijvlak. Waarbij tweesnijdende messen twee snijvlakken hebben. Iemand met kwade bedoelingen kan vanuit allerlei richtingen op veel verschillende manieren proberen zijn slachtoffers te raken. Hij zal heel wild en met grote bewegingen of heel gericht en bijna ongezien proberen dit wapen te gebruiken. Overal waar hij zijn slachtoffer(s) maar raken kan.

Het is naar mijn persoonlijke mening vrijwel onmogelijk dit te voorkomen. Tegen cursisten in mijn riddertrainingen zelfverdediging zeg ik elke les opnieuw dat zij vrijwel kansloos zijn tegen een mes. Dit geldt al helemaal voor scholieren en studenten binnen de scholierenzelfverdediging omdat deze jongeren nog niet volgroeid en dus niet op volle sterkte functioneren. Elke training vertel ik cursisten dat het vrijwel onmogelijk is een mesaanval te verdedigen zonder gewond te raken. Helemaal als je zonder op je omgeving te letten in jezelf teruggetrokken zit te bidden in een kerk. Of boodschappen aan het doen bent en zonder op je omgeving te letten over straat loopt. Nee, ik (ver)oordeel geen enkel slachtoffer want niemand had hun mogen vermoorden.

Afstand

Eigenlijk is er naar mijn idee maar één effectieve verdediging tegen een mesaanval en dat is om zo snel mogelijk een zo groot mogelijke afstand tot het mes te maken. Keer jezelf desnoods om en begin keihard te rennen. Ooit heb ik iemand zien rennen over in een fietsenstalling gestoken fietsen. Hij ging daar zo snel overheen dat niemand hem kon volgen. Prima manier om te ontkomen aan je achtervolgers en misschien ook aan een mes. Maak afstand … maak dat je wegkomt … ren zo snel als je kunt weg. Spring over tafels en banken ontwijk obstakels en hindernissen en maak dat je wegkomt.

Afstand is volgens mij niet alleen in het geval van een snij- en/of steekwapen je beste vriend. Ook als het gaat om slagwapens is het een heel goed idee te zorgen dat je niet geraakt kan worden. Maak dat je wegkomt. Hoe kleiner de kans geraakt te worden hoe minder kans op letsel.

Blokkeren

Een aanval met een slag-, snij- of steekwapen blokkeren vind ik niet zo een goed idee, behalve als je echt niet meer weg kan komen. ‘Kan je geen afstand maken, moet je de afstand zo klein mogelijk maken’ leer ik mijn cursisten. Hiermee bedoel ik dat zij de strijd naar hun tegenstander moeten brengen. Alleen als het niet anders kan. En … nooit ongewapend! Pak wat je pakken kan. Pak een stoel, een kruk, een (niet te zware) tafel, een leren jas/riem, asbak, fles … noem het zo gek maar op maar pak iets.

Kan je aan een mes komen, pak dan een mes. En ik spreek uit ervaring. Het is vlot over met de ambities van uw tegenstander op het moment dat u zo een situatie weet te ‘nivelleren’. ‘Nivelleren’ noem ik het gelijktrekken van een ongelijke strijd in mijn riddertrainingen zelfverdediging. Hij een stok, ik ook een stok … hij een mes, dan ik ook een mes.

Laf

Binnen mijn beroepsmatige praktijk heb ik meegemaakt hoe tegenstanders een gevecht plotseling opgaven toen zij zagen dat ik ook een mes inbracht. Het hoefde plots niet zo nodig meer voor hen. Dat was tot het moment dat ik zelf een mes wist te pakken toch echt héél anders. Mesvechters laten hun wapens nooit lang zien, die laten zij voelen aan hun slachtoffers. Zeker zodra die ongewapend zijn, want ‘alle mannen zijn laf’. Pak iets waarmee je de strijd kan ‘nivelleren’ als je er niet in slaagt aan een gevecht tegen een gewapende tegenstander te ontkomen.

‘Alle mannen zijn laf’’ leg ik vrijwel woordelijk zo aan cursisten in mijn riddertrainingen zelfverdediging uit. Dit hoeft geen hogere wiskunde te zijn, kijk maar naar slachtoffers van geweld door mannen. Dat zijn vaak vrouwen, of mannen die kleiner of veel minder sterk waren dan de daders zelf zijn. Of ze kwamen gewapend naar het gevecht om een grotere en sterkere tegenstander tot slachtoffer te maken.

Weglopen

Helaas hebben wij als samenleving ondanks alle terreur nog niet voldoende ervaring met geweld om burgers tot automatische weglopers te maken. Zelfs onze opsporingsambtenaren niet. Ooit zat ik beroepsmatig in een bijeenkomst met medewerkers van onze overheid, politie en defensie toen er plotseling een heel dik boek op een hoge plank omviel. Dat het om gebonden papier ging wisten wij nog niet. Maar het gaf een enorm  luide knal. Iedereen stond aan de grond genageld of zat aan de zitting van diens stoel vastgelijmd.

Zelf zat ik op dat moment aan de bar op een barkruk van een drankje te genieten en te luisteren naar de verschillende sprekers. Meteen na de knal was ik al vertrokken richting uitgang. En met mij een slanke man die een fiks stuk langer was dan ik ben. Wij liepen getweeën gehaast weg toen bekend gemaakt werd dat een lijvig boekwerk omgevallen was. Iedereen die ons in de ogen kon kijken lachte ons toe danwel uit. Wij keken elkaar even aan waarna de lange man vanuit de hoogte tegen mij zei: ‘liever blooje Jan dan dooje Jan’.  En hij had helemaal gelijk.

Achteraf had de presentator het er nog over met alle aanwezigen dat het hem opgevallen was dat er niemand onmiddellijk reageerde. Terwijl er heel wat aanwezigen bij politie en defensie vandaan kwamen die beroepsmatig heel wat spannende situaties meegemaakt hebben. Enkelen zelfs ervaring met oorlogsgeweld. Nou was dat niet helemaal waar, want twee paar voeten waren al onderweg naar de uitgang. Betekent dit dat elke burger ‘een wegloper’ zou moeten worden? Ik denk van wel.

 

Share on Facebook
posted by Adrie de Herdt in Geweld,Zelfverdediging Tips and have No Comments

OMA-training Forensic Social Work HBO Windesheim

Binnen de minor Forensic Social Work aan HBO Windesheim wordt ook een module Omgaan Met Agressie aangeboden. Vandaar de naam OMA-training.

OMA-training klinkt als ‘oma’-training en enkele studenten vonden dat wel grappig. Bovendien was de inhoud niet overeenkomstig hetgeen zij van deze OMA-training verwacht hadden. Zij verkeerden in de veronderstelling dat zij les zouden krijgen van een zelfverdediging-instructeur die hun allerlei technieken en grepen bij zou brengen.

Niets was minder waar. Het draait binnen het adequaat omgaan met agressie namelijk in de eerste plaats om het bewust zijn van je omgeving. Om het aanvoelen wat er spelen kan binnen leefgroepen in de forensische residentiële hulpverlening. Binnen het strafrechtelijk inrichtingswerk draait het vooral om het aanvoelen van de aan de zorgen van de instelling toevertrouwde bewoners.

Tegelijk draait het erom dat medewerkers héél leren blijven onder druk van wangedrag, agressie, bedreiging en geweld. Enkele studenten vertelden over hun ervaringen binnen de forensische jeugdzorg en dat is werkelijk niet mis. Bovendien zijn medewerkers aan handen en voeten gebonden door wet- en regelgeving. Kort gezegd: zij mogen en kunnen niets.

‘Héél blijven’ luidt daarom het devies. Daarom kregen deelnemers technieken aangeboden waarmee zij ‘heel leren blijven’ zonder dat hun tegenstanders daar al te agressief op zullen reageren. Dit bereiken de deelnemers aan deze OMA-training door ‘stiekem te strijden’ een term die gebruikt wordt om ongemerkt terug te leren vechten.

Heeft u interesse in een OMA-training zoals wij die voor u verzorgen kunnen? Bel: 06-13886352 en mail adrie@ridderfactor.nl

Share on Facebook
posted by Adrie de Herdt in Geweld,Zelfverdediging Tips and have No Comments

Senioren zijn het wangedrag van junioren zat

Aftocht
als puber groeide ik op in een tijd waarin agenten nog ‘bromsnorren’ waren die met hun Kever kwamen aangerold en lastposten links en rechts een draai om de oren gaven. Ongeacht wie de aanleiding tot het tumult was, ongeacht wie bij wie hoorde. Wij wisten het wel: politie in aantocht betekende een vlotte aftocht.

Markt
Ook de markt was destijds een plek waar wij nooit stennis maakten. Ongeacht wat er ook gebeurd was. En pikken, stelen … nee er was werkelijk één plek waar je nooit iets meenam zonder af te rekenen: de markt. Want, je kon er op voorhand vanuit gaan dat de ene marktkoopman de andere marktkoopman kwam helpen. En nee, niet door geboefte te bevragen naar het waarom van hun criminele gedrag maar door hen ter plekke daarvoor te bestraffen. Een gepakte boef kreeg een pak slag op rij. Eerst van de bestolen marktkoopman, daarna van zijn naaste marktkraamburen links en rechts, daarna van de overburen met hun marktkraam en als het even kon liet de achterbuurman diens kraam even in de steek om ook een paar corrigerende tikken uit te delen. Niet alleen eigenrichting maar ook nog bijzonder vlot snelrecht.

Oorvijg
Nu heb ik zelf enkele jaren geleden op een marktplaats een lastpost van rond de 18 jaar oud een oorvijg verkocht. Meteen kwamen er wat marktkooplui vanachter hun marktkraampjes vandaan. Maar in tegenstelling tot wat ik in mijn eigen pubertijd gewend was kreeg niet de lastpost nog op zijn minst een reprimande van het overtal aan marktkooplieden. Nee, de heren kwamen mij aanspreken. ‘Nou, bedankt hoor’, ‘Dat had je niet moeten doen’ werd mij gezegd. En ‘zij komen altijd met z’n allen’. ‘Zij’ was voor deze marktkooplieden blijkbaar een groep mensen waar zij al op voorhand problemen van verwachtten.

Voor mij was dit de omgekeerde wereld. Het was toch de betreffende puber die zich bijzonder naar gedragen had? Waarom zou ik op mijn reactie aangesproken moeten worden? Omdat ik dit nare joch een draai om de oren gegeven heb?

Senioren
Op dit moment trainen er wat senioren als cursist in mijn riddertrainingen zelfverdediging. Senioren zijn voor mij cursisten die de leeftijd van 60 jaar voorbij zijn. Een van deze cursisten is de leeftijd van de 70 al voorbij en heeft in de jaren 70 van de vorige eeuw al meteen binnen het toen in ons Nederland kersvers gearriveerde karate mee gedaan. Toch is ook hij bij mij puur praktijkgericht op de zelfverdediging komen trainen.

Een andere seniore cursist doet zelf nog heel actief aan vechtsporten en traint tegelijkertijd puur praktijkgericht en zonder de (veelal Oosterse) rituelen van zijn vechtsporten bij mij in de zelfverdediging.

Respect
Mijn senior cursisten vertellen verhalen over het wangedrag, de agressie en bedreiging vanuit junioren naar hen toe in de openbare ruimte van ons land. Er wordt mijn senior cursisten soms totaal geen ruimte gelaten binnen onze openbare ruimte. Zij moeten soms letterlijk vragen om ‘erlangs te mogen’.

Terwijl zij wel degelijk opgemerkt zijn door de ogen van de jongeren die weigerden aan de kant te gaan. Het is gewoon werkelijk met opzet dat deze jongeren niet aan de kant gingen. Zij wilden ‘respect’ van de senioren die zij zelf de weg versperden. Respect afgedwongen in een vriendelijke vraag erlangs te mogen lopen.

Laat ik het zo zeggen: een senior van bijna 80 jaar oud heeft de fiets van zo een puber gegrepen en die met één enkele slinger van zich af gegooid. Hij heeft niets gevraagd aan deze pubers, hij heeft niets gezegd tegen deze pubers … maar, zij gingen onmiddellijk aan de kant voor hem.

Zat
Tegelijkertijd vertelde deze man aan mij dat hij het ‘zat’ is dat er geen enkele rekening met hem gehouden wordt door veel pubers in ons land. En zo zijn er meer senioren die zich tegenover mij als ridderfactor ont-wikkelaar uitlaten over het gebrek aan voorkomendheid, Hoofs, Hoffelijk en Hulpvaardig ridderlijk gedrag van onze junioren.

Share on Facebook
posted by Adrie de Herdt in Budo,Geweld,Zelfverdediging Tips and have No Comments

Zelfverdediging Tip 3: Ga helemaal stuk en loop totaal leeg.

3-meisjes-helemaal-stuk

Cardio en afvallen

De meeste cursisten in onze riddertrainingen zelfverdediging bij Sta Vast in Bussum waarmee wij hun ridderfactor helpen vergroten, associëren cardiotraining met afvallen. Deze vorm van training is gericht op het verbeteren van de werking van het hart, de longen en bloedvaten. Dit heet het cardiovasculaire vermogen. Het vermogen een beweging heel erg lang vol te houden. En niet gericht op het vergroten van je kracht en ontwikkelen van spiermassa. Laat het vergroten van spiermassa nu precies datgene zijn waar je je wél op zou moeten richten als je wilt afvallen. Maar, dat is een ander verhaal. In dit blog wil ik je uitleggen wat de zin van helemaal leeg gaan op je uithoudingsvermogen is in trainingen zelfverdediging.

Cardiotraining en zelfverdediging

In cardiotraining wordt het cardiovasculaire vermogen zo zwaar mogelijk belast. Vandaar de naam ‘cardiotraining’. Dit is het vermogen van je hart, longen en bloedvaten om zuurstof op te nemen in het lichaam. Omdat het hart een spier is, die je binnen de cardiotraining traint, wordt ie sterker en efficiënter. Cardiotraining zorg voor een gezond, sterk en vitaal lichaam dat zich zodra het nodig is langdurig kan inspannen. Vandaar het belang om cardiotraining liefst in combinatie met krachttraining te gebruiken om jezelf beter te kunnen verdedigen. Zo een combinatie van cardio met kracht zal feitelijk een intervaltraining worden. Waarin je van een relatief rustige beweging naar een veel inspannendere handeling overgaat. Deze combinatie is overigens ook te verdelen over een periode en niet alleen binnen een training.

Hoe zwaar moet je zelfverdediging trainen?

Naar mijn mening verschilt dit niet alleen van mens tot mens maar ook van moment tot moment. De ene dag van de week kan een cursist zichzelf helemaal leeg trainen en de andere dag is ie tot niets in staat. Voor de zelfverdediging tegen hufters in onze huidige samenleving, is het volgens mij van belang dat alle cursisten in mijn riddertrainingen hun ridderfactor ook leren verhogen. De ridderfactor als fysiekmentale component op jacht naar succes in het dagelijks leven en niet alleen op zoek naar de winst in een (fysiekmentale) confrontatie. Alle cursisten zelfverdediging gaan in mijn trainingen helemaal leeg en stuk. Zodat ze leren ervaren hoe het voelt zich helemaal leeg te moeten vechten.

Natuurlijk hou ik leeftijd en fase van getraindheid in de gaten. Los van dat raken cursisten bij mij altijd geheel buiten adem. Mijn riddertrainingen in het kader van het verhogen van de ridderfactor zijn geen gezellig samenzijn waarin van alles besproken kan worden. Nee. Het liefst laat ik al het praten achterwegen en wordt er van meet af aan keihard getraind. Een fatsoenlijk gesprek voeren is er bij mij niet bij.

Waarom enkel zelfverdediging technieken trainen niet helpt

Als we het hebben over zelfverdediging, dan bedoelen de meest mensen eigenlijk dat we het van onze aanvallers willen winnen. Wat is winnen? Winnen als in ‘overwinnen’? Winnen zelfs als je daarna een tijd in het ziekenhuis moet bijkomen? Binnen mijn riddertrainingen draait het vooral om héél blijven onder druk van wangedrag, agressie, bedreiging en geweld. Wanneer een verdediger langer in het ziekenhuis moet liggen dan diens aanvaller vraag ik mij af of er wel van adequate zelfverdediging sprak geweest is. Door heel gericht te trainen op het verbeteren van kracht, behendigheid, uithoudingsvermogen en beheersen van effectieve vechtstrategieën, -tactieken en -technieken vergroot onze cursist zijn kansen op winst in een écht gevecht.

Ga helemaal stuk en loop helemaal leeg!

Door sterker te worden, beter te bewegen en je bewegingen langer vol te kunnen houden dan je tegenstander. Dat stelt hoge eisen aan een training zelfverdediging. Binnen riddertrainingen waarmee wij de ridderfactor van onze cursisten helpen verhogen is dit een logische combinatie.
Want daar gaat het om: als je jezelf adequaat wilt kunnen verdedigen, dan wil je het inzetten van je lijf zodanig doen dat je sterker en beter geoefend bent dan je aanvaller. Niet alleen tijdens een riddertraining, maar het liefst gedurende de hele dag elke dag. Met andere woorden; breng je fysiekmentale verdedigende vaardigheid op peil.
Alleen zulke trainingen kunnen ervoor zorgen dat behoudt van lijf en leden en dat van derden door onze cursisten veel beter gewaarborgd worden kan.

Share on Facebook
posted by Adrie de Herdt in Geweld and have No Comments

Zelfverdediging Tip 2: nooit neus aan neus staan!

adrie-en-bob-neus-aan-neus

Achteruit kijken
Een van de belangrijkste oefeningen die cursisten zelfverdediging in riddertrainingen zelfverdediging bij Sta Vast in Bussum vrijwel elke training moeten herhalen, is de oefening waarbij ze leren hun perifere blik te leren gebruiken. Dat is de blik waarbij je met de ‘buitenkant’ van je ogen kijkt.
Dit klinkt moeilijker dan het lijkt maar alle mensen kunnen zelfs een stukje naar achteren kijken. Probeer dit maar eens uit. Laat iemand aan je rechter- of linkerkant achter je gaan staan en diegene net zo lang naar voren laten stappen totdat je hem ziet. Je zult ontdekken dat je die persoon al ziet nog voordat die precies naast je is komen staan. Feitelijk is dat een stukje ‘achter’ jezelf. Mensen kunnen dus ‘naar achteren kijken’.

Aankijken
Wij mensen kijken elkaar graag aan. Tenminste in onze West-Europese cultuur. In tegenstelling tot culturen op deze wereld waar mensen naast elkaar zittend overleggen. Zij kijken elkaar nooit aan en volgen toch elk woord dat er gesproken wordt. Gesprekspartners hoeven elkaar niet in de ogen te kijken om elkaar te horen, verstaan, begrijpen en zelfs doorzien.
Toch wordt onze kinderen geleerd degene die tegen hun spreekt altijd recht in de ogen te kijken. ‘Kijk mij aan als ik tegen je praat’ is in Nederland veel gehoord. Vandaar dat ik het niet vreemd vind dat er cursisten bij mij komen aan wie het geleerd is hun tegenstanders bij ze ‘weg te kijken’. Hoe? Je aanvaller recht in de ogen staren op een zo boos mogelijke manier!

Bang
Geen enkele boef wordt bang van een burger die net doet of ie niet bevreesd is! Waarom zou je tijd verspillen met proberen een aanvaller van je vandaan te staren? Die zal er echt niet wakker van liggen.
Nog erger: zo een crimineel zal in de starende ogen van zijn slachtoffer ‘lezen’ dat het nep is. Dat het een (door een instructeur) aangeleerde houding is om sterker te lijken dan het slachtoffer werkelijk is. Fysiek en mentaal.

Perifere blik
Bijkomend voordeel van de perifere blik waarmee mensen bijna achteruit kunnen kijken, is dat wanneer deze van heel dichtbij gebruikt wordt: elke startende beweging van een tegenstander al vroegtijdig opgemerkt wordt.
Om deze perifere blik te kunnen gebruiken is het belangrijk nooit neus aan neus met een aanvaller te blijven staan. Stap achteruit, stap weg, desnoods opzij maar creëer minstens een armlengte afstand. Op deze afstand is aan de schouders te zien wanneer iemand een slag of greep probeert uit te voeren. Nog iets verder en aan de heupen is te zien of iemand een schop inzet.

Nooit neus aan neus
Binnen 200e van een seconde kan een aanvaller binnen armlengte diens slachtoffer al op het hoofd raken. Dit is wetenschappelijk onderzocht. Afstand is tijd. Blijf je staan dan is het zo met je gebeurd. Stap je net iets achteruit en vergroot je de afstand met je tegenstander verleng je tegelijk de tijd die nodig is om te raken.

Sta je neus aan neus dan sta je veel te dichtbij. Doe dat nooit. Ga ook nooit je tegenstander aanstaren op een quasi boze wijze. Vooral niet als je hartstikke bang bent. Werk eerst je angst weg. Misschien door gewoon weg te rennen. Maken dat je wegkomt uit de situatie. En desnoods door keihard van je af te vechten. Maar begin vooral meteen afstand te creëren zodat je niet verrast kunt worden door een plotse ram voor je ogen.

En ik ben ervaringsdeskundige …

Share on Facebook
posted by Adrie de Herdt in Geweld and have Comment (1)

3 V’s: Vloggers, Video’s, Vuisten?

adrie-sergeant-filmt-traini

Trainingen weerbaarheid, zelfverdediging en beroepsmatig fysiek optreden die ik voor mijn bedrijf de Studiegroep Praktische Zelfverdediging onder de naam Riddertrainingen ter verbetering van hun ‘Ridderfactor‘ verzorg, mogen altijd gefilmd worden. Op de foto filmt een sergeant van onze Koninklijke Landmacht een van mijn trainingen. Ik kreeg deze foto pas weken na de training toegestuurd. Beslist niet snel. Tijdens deze training zelfverdediging tegen snij- en steekwapens was ik mij van de aanwezigheid van deze filmende sergeant niet eens bewust. Doen waar ik voor ingehuurd was, daar draaide het voor mij om. Het draaide niet om het draaien van een film.

Dit laatste is niet helemaal waar: mijn trainingen mogen altijd door cursisten en/of toeschouwers gefilmd worden. Al van meet af aan ben ik mij er daarom van bewust dat mijn trainingen gefilmd zullen worden. Ervan uitgaande dat zij door het vastleggen van door mij aangeleverd lesmateriaal, mijn lesinhoud beter zullen onthouden en daardoor beter zullen kunnen gebruiken. Tot in lengten van dagen. Of zolang als het filmpje zal blijven bestaan.

Want, tegelijk ben ik mij ervan bewust dat filmpjes tegenwoordig helemaal niet lang meer bestaan. Filmpjes zijn wél ontzettend snel te maken. Er zijn geen zware camera’s meer nodig en geen vakmannen die weten hoe bewegende beelden zo mooi en/of effectief mogelijk vastgelegd worden. Het vastleggen hoeft niet meer professioneel omdat filmpjes tegenwoordig zo ontzettend snel te maken zijn. De snelheid waarmee ze gemaakt worden moet zo hoog mogelijk zijn om deze zo snel mogelijk te kunnen ‘delen’ met zoveel mogelijk anderen. Het draait enkel en alleen om zoveel mogelijk kijkers te bereiken in zo kort mogelijke tijd. Op internet wordt geld betaald aan personen die met hun beelden zorgen dat een bepaald aantal personen hun filmpjes bekijken. En om zoveel mogelijk geld te kunnen verdienen moeten er zoveel mogelijk filmpjes in zo kort mogelijk tijd gemaakt en getoond worden.

De werkelijke waarde van zo een filmpje (dat ‘video’ heet) valt dus te betwijfelen. Die waarde ligt waarschijnlijk eerder bij de inhoud van de portemonnee van de maker (die ‘vlogger’ heet) en die zijn portemonnee liefst zo vol mogelijk heeft. Zo een vlogger zal zijn video’s zonder scrupules zodanig manipuleren dat hij snel de meeste personen ernaar zal kunnen laten kijken. Zonder aanzien des persoons zal hij mensen vastleggen in situaties die eerder om toelichting dan om belichting vragen.

adrie-t-shirt-rugzijde-beho

De laatste paar dagen zijn mij in mijn Riddertrainingen en andere trainingen zelfverdediging veel vragen gesteld over het wangedrag, de agressie, bedreiging en het geweld van vloggers. Met name naar mogelijkheden zichzelf te beschermen tegen het filmen door vloggers die daar in knippen en plakken en dat in korte tijd overal vertonen. ‘Dat is toch ook zelfverdediging Adrie’. Natuurlijk voelt dat ook als zelfverdediging. Tegelijk is het zo dat zelfverdediging op de lange termijn gericht moet zijn. En daarin voorzie ik problemen zodra mensen hun vuisten tegen video’s van vloggers gaan gebruiken. Veel rechtszaken over kwesties rondom het gebruik van vuisten, komen pas na vele maanden voor. De waarde van het filmpje dat iemand probeerde te voorkomen door diens vuisten te gebruiken is al na een eerstvolgend filmpje dat getoond wordt, te verwaarlozen. Daarom zeg ik tegen mijn cursisten zelfverdediging de laatste dagen de hele tijd: ‘géén vuisten tegen video’s van vloggers!‘.

Share on Facebook
posted by Adrie de Herdt in Geweld and have No Comments

Mobiele telefoons in pilotlessen Scholierenzelfverdediging!

Gebruik van mobiele telefoons tijdens pilotlessen Scholierenzelfverdediging.

Tijdens een van mijn pilotlessen in de nieuwe leermethode Scholierenzelfverdediging, sprak ik de scholieren aan op het gebruik van hun mobiele telefoons. Tijdens de les zaten meerdere leerlingen met hun telefoons onder hun tafel of half in hun tas te klungelen. Het gebruik van mobiele telefoons tijdens de les is bij deze school verboden. Toch waren de scholieren ermee aan de gang.
Ik stopte de les: ‘stop, stop, stop’. En begon een groepsleergesprek over het gebruik van mobiele telefoons tijdens deze pilotles en de noodzaak die de leerlingen daartoe voelden. ‘Meester, mijn telefoon is mijn leven!’ en ‘Ik zit 24/7 aan de telefoon meester!’ of ‘Ik ben continue online’, waren verschillende opmerkingen die ik hoorde. Eind van het liedje was dat ik deze scholieren verbood om nog te bellen tijdens mijn les maar dat ze wel hun mobieltjes mogen gebruiken als modern multimediaal leerhulpmiddel. Zij mogen hun mobieltjes op tafel laten liggen en er foto’s mee maken van de teksten die ik op het schoolbord schrijf of mij ermee filmen als ik ze iets uitleg.

Op deze manier verdiep en verbreed ik het leren van mijn leerlingen tot ver buiten het klaslokaal omdat zij op deze manier het lesmateriaal en de kennis mee kunnen nemen overal waar zij naartoe gaan met hun mobieltjes. Inmiddels heb ik hierover feedback gehad van een van mijn leerlingen die het mobieltje gebruikt heeft om de foto op te roepen die gemaakt is van de Trans Actionele Analyse die ik op het schoolbord gezet had, terwijl deze leerling in een communicatief moeilijke fase met een cliënt zat. Geweldig! Dit is wat mij betreft leren in optima forma. Mijn leerling heeft kennis uit een pilotles Scholierenzelfverdediging meegenomen naar de werkplek, daar opgeroepen op het mobieltje en toegepast in een moeilijke werksituatie.

Share on Facebook
posted by Adrie de Herdt in Pilotlessen and have No Comments