Zelfverdedigingslessen

Voor als het écht nodig is …

Zelfverdediging Tip 41: Stokvechten? Keep It Simple Stupid!

Geen moeilijke vechthouding, gewoon je pen stiekem achter je rug.

Stokvechten

In veel verschillende culturen meppen mensen elkaar met stokken. Over de hele wereld gebruiken vechtjassen kleine, middelgrote en hele lange stokken om elkaar mee te bevechten. Iedereen doet aan stokvechten. Van kinds af aan. Denk maar eens goed na en kijk een heel ver terug in je eigen persoonlijke historie. Iedereen heeft ooit wel eens iemand geslagen. Meestal met de blote hand maar soms zelfs met een stok. Soms was de slag meer een tikje net zoals veel klappen in onze jeugd onderling nooit bedoeld zijn geweest om onze vriendjes (en vijanden) voor altijd mee te beschadigen. Het was niet écht vechten zoals in de zelfverdediging maar, het was wel een soort van stokvechten.

Mondiaal

Ik durf hier bijna te verklaren dat vrijwel elke vechtsport en elk verdedigingssysteem een vorm van stokvechten kent. De een met een super kleine, de ander met een hele lange stok en anderen met allerlei tussen varianten. Het blijven stokken. Het blijven oefeningen om mee te vechten. Hiermee erkennen al die sporten en systemen dat het aanleren van stokvecht- en stokverdedigingstechnieken van groot belang zijn voor ons. Dat geloof ik ook. In mijn riddertrainingen zelfverdediging leren cursisten ook stokvechten en stokvechttechnieken.

Vaardigheid

Alles draait wat mij betreft om het leren begrijpen van een stok, diens mogelijk- en onmogelijkheden, diens bereik en diens impact. Vaak in veel verschillende gevechtssituaties. Zo leren cursisten dit wapen heel diep kennen en weten zij meteen wat te doen voor het geval zij zelf geconfronteerd worden met een stokaanval. En dat is niet mis.

Tweemaal heb ik een échte stokaanval moeten verdedigen. Eenmaal van achteren (dan helpt geen enkele vaardigheid je meer) en de andere maal van voren. De aanval van achteren kon ik na impact nog een vervolg geven. De aanval van voren sloeg mij KO en ik zakte achterover weg. Ondanks dat ik zelf regelmatig stokvechttechnieken trainde werd ik vreselijk verrast. ‘Vaardigheid helpt niet wanneer je een aanval niet ziet’ is nota bene een van de slogans die ik mijn cursisten leer.

Afstand

Oefen regelmatig in het stokvechten. Want, anders raak je het ‘gevoel’ erin kwijt. Stokvechten is iets heel anders dan ongewapend vechten. Je staat iets verder van je tegenstander vandaan maar kan hem toch veel harder raken dan met je blote hand/vuist. Vaak wordt mij gevraagd wat de ‘juiste afstand’ is om effectief te kunnen stokvechten. ‘Niet’ antwoord ik altijd. Er is namelijk volgens mij geen ‘juiste afstand’ in het mesvechten.

Er zijn naar mijn idee en persoonlijke praktijkervaring wél drie afstanden die van belang zijn om te onderscheiden binnen het stokvechten. Deze afstanden heb ik ieder een naam gegeven naar hun eigen karakteristieke eigenschappen die mijn cursisten werkelijk uit het hoofd moeten weten. Zodat zij efficiënt zullen stokvechten. De grootste afstand noem ik ‘handafstand’ en is de afstand waarop jij met jou stok alleen de hand van je tegenstander zou kunnen raken. Meer niet. De middellange afstand noem ik ‘armsafstand’ en is de afstand waarop jij met jouw stok de onderarm, bovenarm, hoofd en knie van je aanvaller zou kunnen raken. De kortste afstand noem ik ‘hoofdafstand’ omdat je op deze superkorte afstand je aanvaller ook een kopstoot zou kunnen geven. Op deze afstand gebruik je over het algemeen de achterkant van je stok. Dit zijn de drie afstanden in het stokvechten die volgens mij belangrijk zijn om te onthouden en gebruiken.

Grip

Bovendien is het van groot belang regelmatig het ‘gevoel’ van de grip op je stok te ervaren. Vaak wordt aan mij gevraagd hoe ‘stevig’ een stok, pen, stift, wapenstok of ander hard voorwerp vast gehouden moet worden om ermee te kunnen vechten. ‘Net zoals je iemand een hand geeft die je voor het eerst ontmoet en waarmee je kennis wil maken’. Dus: niet te hard en ook niet zo zacht dat die hand uit de jouwe kan glijden. Een goede grip dus.

Oefen het vasthouden van een stok vaker dan dat je stokvechttrainingen bij kan wonen. Aan mijn cursisten kan ik meteen zien of zij in hun vrije tijd stokvechten getraind hebben. Hun grip is ‘losser’ en hun stok laten zij vaker als nodig per ongeluk vallen. Hoe vaker je een stok hanteert hoe bewuster je zult zijn van het verzwakken van je grip erop. Uiteindelijk moet je een stok heel goed kunnen vasthouden om jezelf ermee te kunnen verdedigen.

OOOA

Het klinkt als een luidgerekte luie geeuw: OOOA! Maar het staat voor een hele scherpe vechthouding in de riddertrainingen zelfverdediging die ik verzorg. Het staat voor de volgende vier woorden: Ontwijken, Omleiden. Ontwapenen, Aanvallen.

Wat mij betreft is het zo logisch als wat. Als praktijkervaren vechter had ik de twee stokaanvallen op mijn hoofd welzeker moeten ontwijken. Nu ben ik getroffen en dat leverde meer en minder ernstig letstel op. Ontwijken is een hele kunst. Omleiden ook. Dan moet een stokaanval zodanig opgevangen worden dat deze direct doorgestuurd kan worden. Uiteraard in het luchtledige zodat de verdedigende partij geen letsel op kan lopen. Ontwapenen spreek voor zich: doe alles om de stok af te kunnen pakken van je tegenstander. Afsluitend val je jouw aanvaller zelf aan zodat deze niet nog eens kan besluiten een aanval op jou in te zetten.

Techniek

Voor stokvechttechnieken moet je niet bij mij wezen, die heb ik niet. Tenminste, niet zoals in zoveel video’s op YouTube te zien zijn. Ik zorg er zelf altijd voor datgene dat ik in mijn hand heb heel goed vast te houden en anderen daar heel hard mee te raken. Of dit nu een bezemsteel of een pen is. Deze houdt ik stevig vast zodat ik op impact geen risico loop mijn stok uit mijn handen te laten vallen.

Misschien is dit wel de enige techniek die mijn cursisten van mij leren. Voor de rest leer ik hen alleen maar ‘hameren’ en ‘krassen’ op alles dat zij kunnen raken aan de hand, arm, hoofd en knieën van hun aanvaller. Uiteraard kan je alleen maar hameren en krassen met een hele korte stok. Zo kort dat die net aan de onderkant en de bovenkant van je gesloten hand zal uitsteken. Eigenlijk vergelijkbaar met de grootte van een gemiddelde pen. Zulke verdedigende technieken zijn daarom ook goed uit te voeren met een pen en/of viltstift. Bijvoorbeeld de Pocketshark van Cold Steel of een stalen Jotter Steel van Parker Pens. Niemand adviseer ik een ‘tactical pen’, Pocketshark of kobutan te kopen. Alles vanuit het KISS-principe: Keep It Simple Stupid!

Share on Facebook
posted by Adrie de Herdt in Zelfverdediging Tips and have Comments (2)

Zelfverdediging Tip 40: Kobutan? Keep It Simpel Stupid!

In het midden de Cold Steel Pocket Shark een geweldige stift.

Wapen

Wat er in de afgelopen zomervakantie allemaal gebeurd is, ik weet het werkelijk niet. Maar, ik krijg nu net na de zomervakantie veel vragen van terugkerende vakantiegangers over de zogenaamde ‘kobutan’, ook wel ‘pocketstick’ genoemd. Soms zitten er sleutels aan vast en is de pocketstick een sleutelhanger geworden. Soms zit zo een kobutan in een foedraal aan de broeksriem en lijkt het al veel eerder een wapen dat ter zelfverdediging gebruikt worden kan.

Expert

Zo direct na deze zomervakantie hebben mensen redenen ervaren een pocketstick of kobutan aan te schaffen. Sommige hebben ‘experts’ er demo’s mee zien geven anderen hebben vrienden en familie met pocketsticks en/of kobutan zien oefenen. Een ander iets zien kunnen, is voor mij persoonlijk nog geen reden datgene ook te willen kunnen. Ik heb geen pocketstick of kobutan. Ik ben helemaal geen expert, instructeur of trainer die mensen kan leren met zo een wapen adequaat geweld te kunnen keren.

Stift

Wél heb ik al jaren een viltstift, de Pocket Shark van het merk Cold Steel vrijwel dagelijks bij mij. Het is écht een stift waarmee geschreven worden kan. Het is van kunststof dat niet makkelijk stuk gaat en er zitten geen scherpe punten aan. Het is echt een dikke stift waarmee ik kan schrijven.

Tegelijk heeft deze stift mij meerdere malen uit hele nare situaties gered. En dat waren beslist geen oefensituaties. Met deze stift heb ik vingers, handruggen, onderarmen, biceps, bovenbenen en knieschijven geraakt van personen die op geen enkele andere wijze meer voor rede vatbaar waren.

Wolven

Echte straatschoffies maken zich niet druk om een beetje pijn. Dat hoort er voor hun elke dag bij. Zo zijn zij opgegroeid, zo leven zij elke dag en zo zien zij hun verdere toekomst. Zij laten zich niet makkelijk intimideren en zijn niet snel bang. Zelfs binnen hun eigen gezin en familie raken zij met elkaar slaags op zodanige wijze dat ziekenhuisbedden door gewonde wolven bezet gehouden worden. Wolven moet je écht pijn doen, zo ontzettend hard dat hun enthousiasme om zich te misdragen daar substantieel door zal afnemen.

Bovendien hebben wolven nog een voordeel op de nette, normale burgers: zij opereren nooit alleen. Zie je één wolf dan zie je een troep wolven. Die staan elkaar door dik en dun bij. Niet in politieverhoren overigens, dan verraden zij elkaar al snel maar dat terzijde. Want, in de strijd kunnen wolven het zich niet veroorloven leden van hun troep in de steek te laten. Elke wolf zal zich intrinsiek gemotiveerd willen bewijzen tegenover hun troep. Elke wolf zal er vol in gaan.

Burgers

De nette inwoners van ons land houden zich aan wetten, regels, afspraken, normen en waarden. Nette inwoners van ons land beseffen dat zij het geweldsmonopolie aan onze opsporingsdiensten overgedragen hebben. En dat deze overdracht in stand gehouden wordt via het openbaar ministerie dat overtreders zal bestraffen. In theorie. Bij de huidige stand van zaken komt het openbaar ministerie bijna niet tot het vervolgen van overtreders terwijl onze rechterlijke macht het zo druk heeft dat het bijna niet tot het veroordelen van vervolgden komt.

Nette burgers zijn bang om vervolgd te worden voor het overtreden van wetten. Zij rijden niet door rode verkeerslichten, zij stelen niet van anderen en durven geen geweld toepassen. Dat is lastig op het moment dat anderen geweld op hen toepassen. Die ‘anderen’ dat zijn inwoners van ons land die zich als wolven gedragen. Zelf noem ik deze figuren ‘Wolven van de Straat’. Ben je hun straattaal niet machtig sta je als burger meteen op achterstand.

Gebruiken

Terug naar de pocketstick ook wel kobutan genoemd. Daar worden de laatste tijd veel vragen over aan mij gesteld. Vaak vraag ik eerst terug hoe de vragensteller zo een pocketstick bij zich draagt. Over het algemeen in een tas, een damestas, schooltas of laptoptas. Niemand die ik sprak heeft zo een pocketstick in een foedraaltje aan de broeksriem hangen. Dit betekent nogal wat. Namelijk dat zij hun kobutan alleen kunnen gebruiken nadat ze die opgediept hebben uit hun tas. Dat kost tijd. Kostbare tijd.

Daarnaast vraag ik ook hoe zij zo een kobutan willen gebruiken. De meesten antwoorden dat zij met zo een kobutan naar ‘vitale’ delen en ‘drukpunten willen slaan. Daarop vraag ik hen of zij drukpunten nu direct voor mij kunnen aanwijzen. Dan laten zij mij de gebruikelijk drukpunten zien zoals die tussen de basis van de duim en wijsvinger op de handrug, bovenin de onderarm, op de biceps en onder het oor in de nek. Maar, allemaal wijzen zij deze drukpunten bij zichzelf aan. Wijs deze eens bij mij aan … nu ontstaan er plotseling problemen. Het valt niet mee om drukpunten bij anderen aan te wijzen … laat staan dat die afdoende hard geraakt kunnen worden zodra stress en adrenaline in het spel zijn. Bovendien moeten drukpunten vaak op een bepaalde manier, met een bepaalde druk en soms zelfs in een bepaalde richting geraakt worden om er effect op te kunnen hebben.

KISS
Voor mij daarom geen drukpunten. Niet alleen voor de pocketstick/kobutan maar voor elke handeling die bedoeld is om een aanvaller mee af te stoppen. Voor mij is het heel eenvoudig: ga voor de ogen, keel, knieën en onderbenen. Heb je iets keihards in handen? Ga voor vingers, keel, ogen en knieën. Zo hard als je kan. Keep It Simpel Stupid!

Share on Facebook
posted by Adrie de Herdt in Zelfverdediging Tips and have No Comments