Zelfverdedigingslessen

Voor als het écht nodig is …

Zelfverdediging Tip 26: nooit een trap naar het kruis maken!

Familie
Meisjes en vrouwen hebben naar mijn idee altijd ergens mannelijke familie die het beter weet zodra het op zelfverdediging aan komt. Binnen het gezin zijn dit vaak vaders en broers. Daar buiten zijn het ooms en neven, opa’s en achterneven. Vanuit een achtergrond in allerlei vechtsporten hebben zij tips en adviezen voor de vrouwen in hun familie. Tips die zich vaak reduceren tot een ‘kruistrap’. ‘Schop hem meteen voor zijn ballen’ luidt het binnen families vaak kortaf.

Damesclub
Veertien dames van een vrouwenondernemersvereniging had ik in een speciale riddertraining zelfverdediging bij mij op de zaak in Bussum. Kordate dames die interessante en gedurfde zaken ondernemen en daar succesvol in zijn. In mijn speciale workshop hadden zij de tijd van hun leven. Want, er werd niet alleen maar getraind. Na deze speciale puur praktijkgerichte en beslist zeer zware training konden zij bijkomen en bijpraten in mijn theorieruimte. Daar stonden hapjes en drankjes klaar en het werd een hele gezellige bijeenkomst tot laat in de avond.

Rapper Boef
Voordat de dames mochten genieten van hun borreltje moesten zij zich fiks fysiek inspannen. Zij moesten oefenen hoe zo snel mogelijk uit krappe en overvolle ruimtes te vertrekken en daar andere mensen bij te passeren. Op zulke momenten waarbij iedereen in paniek is helpt vriendelijk vragen echt niet meer. Dan moet je knokken om lucht te krijgen. Zo belandden wij bij het vechten in de zelfverdediging. En daarmee bij de ‘kruistrap’.

Van de veertien deelnemende dames vertelden drie dat zij familie binnen een vechtsport hebben. Familie waarvan zij geleerd hebben zichzelf te verdedigen. Dat vind ik prima en geweldig. Want, het is mijn mening dat alle vrouwen zichzelf zouden moeten leren verdedigen. Juist omdat onze samenleving helemaal niet zo vrouwvriendelijk is als het lijkt. Rapper Boef is slechts een symptoom van de wijze waarop wij in Nederland met onze vrouwen omgaan. In onze huidige moderne en vrije maatschappij worden vrouwen nog steeds aangevallen.

Afstand
De kern van mijn riddertrainingen zelfverdediging wordt gevormd door handelingen waarmee mijn cursisten kunnen zorgen héél te blijven onder druk van wangedrag, agressie, bedreiging en geweld. Het is niet voor niets dat u op de foto bij dit artikel het groepje vrouwelijke ondernemers ziet dringen om elkaar te passeren in het oefenhuis dat ik op de benedenverdieping van mijn bedrijf ingericht heb. ‘Maak dat je wegkomt!’ vormt voor hen het sein er pijlsnel vandoor (proberen) te gaan. Vanuit het principe dat afstand veiligheid betekent. Hoe verder van je tegenstander vandaan, hoe minder nare dingen deze met jou kan uithalen.

Kruistrap
Tegelijk zijn het de drie dames met vechtsportende familieleden die dit enigszins anders zagen. Zij waren van mening dat een keiharde trap in de ‘weke delen’ van een man hem al snel van zijn nare gedachten af zou helpen. Zij waren niet van plan te vluchten en voelden geen noodzaak zich snel uit de voeten te moeten maken.
Dat is helemaal waar. Zodra een man goed tegen zijn geslachtsdelen getrapt is en hij is stevig geraakt, dan is het echt over voor hem. Dan doet die geen stap meer en zegt hij geen ‘boe of bah’. Hij begint te piepen en zal dubbelgevouwen voorover vallen. Als je hem goed heb weten te raken met zo een trap naar het kruis. Een kruistrap.

Fietsstangen
Probleem met ‘kruistrappen’ is dat mannen al van jongs af aan weten dat zij daar niet geraakt moeten worden. Mannen zijn heel erg voorzichtig met hun kruis. Dat heeft de ervaring hun geleerd. Alle mannen kennen de fietsstangen maar al te goed. Mannen zijn (vaak meermaals) onzacht in aanraking gekomen met de fietsstang tussen zadel en stuur. Staande fietsend hoefde maar één voet van de trapper te glijden en het werd ‘jodelen’ vanwege de pijn in het kruis. Als zo een man (ten tijde van het ongeval vaak jongetje) nog kon staan smeet die de fiets van zich af om vloekend heen en weer te lopen. Lopen? Huppelen! En soms helemaal niet dan lag zo een jongetje te rollen over straat. Tot hilariteit van vriendjes die erbij waren.En ik spreek uit ervaring.

Honkballen
Als puber speelde ik wel eens honkbal. Op school dankzij enthousiaste gymdocenten en buiten school met vriendjes die aan honkbal deden. Als jongetjes wisten wij één ding: werpers liepen gevaar! Vooral omdat de meeste slagmannen er maar op los sloegen. Echt een homerun door de wolken was er meestentijds niet bij. Ballen werden alle kanten op geslagen. In de context van dit verhaal ook de verkeerde kant op. In mijn richting …

Ooit was ik ikzelf werper en kwam er al snel achter dat mijn slagman bovenhands geworpen ballen echt niet kon raken. Ik begon hem onderhands aan te gooien. Hij kon nog steeds niets raken. Ik begon steeds hogere pisbogen aan te gooien zodat hij meer tijd zou krijgen de bal te zien. Dat hielp. Hem! De droge knal waarmee zijn slaghout de bal raakte was een indicatie voor de snelheid waarmee de bal vertrok van het hout. In één streep recht vooruit naar mijn kruis …

Raken
Dankzij de enorme pisboog waarmee ik deze bal aangeworpen had, heeft hij hem eindelijk kunnen raken. Nu ging het echt niet om een Amerikaanse tophonkballer die ballen met meer dan honderd kilometer per uur wegjaagt. Het is wél zo dat deze bal voldoende snelheid had om het voor mijn ogen onmogelijk te maken deze te volgen. Wat mijn ogen wél zagen was voor mijn hersenen voldoende om een gevaarlijk traject te berekenen: deze bal ging met gezwinde spoed richting mijn geslachtsdelen … gevaar!

Toch heeft hij mij niet in mijn kruis getroffen. Over de maximaal tien tot vijftien meter die wij van elkaar vandaan stonden. Ondanks de snelheid van de toegeslagen bal. Terwijl mijn lichaam nog in actie moest komen. Toch heeft hij mij niet in mijn kruis getroffen.

Reflex
Hoe ik dit gedaan heb weet ik niet. Dat ik iets gedaan heb weet ik wel. In een reflex heb ik mijn lichaam afgedraaid. Heb ik mijn heup uit de haakse stand op de beweegrichting van de bal gedraaid naar een parallelle stand. Daardoor raakte de bal niet mijn ‘weke delen’ maar de lies van mijn rechterbeen. Door de impact werd dat been onder mij weggeslagen en smakte ik tegen de grond.Dat dit ontzettend pijn deed kan ik wel zeggen. Maar reflexmatig heb ik mijn kruis afgeschermd van de honkbal die daar bliksemsnel op afkwam.

Hoe is dit mogelijk? Mannen weten diep van binnen dat zij hun geslachtsdelen moeten beschermen. Dit doen mannen reflexmatig zelfs sneller dan een aangeslagen honkbal supersnel kan vliegen. Bliksemsnel.

Succes
Betekent dit nu dat wij mannen die ons aanvallen nooit in het kruis moeten trappen? Natuurlijk niet. De effecten van een kruistrap zijn binnen de zelfverdediging buitengewoon effectief. Mannen die een kruistrap krijgen vouwen hun lichaam dubbel terwijl ze hun handen naar het kruis brengen en slaan vaak tegen de grond. Van zo een nare knakker ben je meteen verlost als je hem goed raken kan.

Juist hier zit de crux. Je moet zo een nare man wel meteen heel goed raken. Een licht tikje met je voet tegen zijn geslacht is echt niet voldoende. Ik heb mannen door zien vechten die een trap in het kruis gekregen hadden. Die trap was werkelijk niet hard genoeg uitgedeeld. Een kruistrap in de zelfverdediging moet loeihard uitgevoerd worden.

Daarnaast is het van belang niet enkel en alleen op zo een kruistrap te focussen. Dat heeft elke mannelijke tegenstander heel snel door. Net zoals mijn hersenen de baan van de honkbal in een flits konden berekenen en daar bijzonder adequaat op reageerden, zullen mannen die vrouwen aanvallen dat ook doen zodra een vrouw hem een trap naar het kruis probeert te geven.

Maak allerlei (schijn)bewegingen en laat hem niet vooraf weten dat jij hem eigenlijk keihard in zijn kruis wil trappen. Dan heb je de meest kans op succes met een kruistrap … anders niet.

Share on Facebook
posted by Adrie de Herdt in Conditie- en Krachttraining and have Comments (2)