Leer zo snel en ver mogelijk van gevaar weg te rennen zeker als het gaat om een aanvaller met een slag-, snij- of steekwapen!
Terreur
In vier weken tijd evenzoveel terreurdaden in Frankrijk. Het heeft zijn weerslag tot binnen onze landsgrenzen. Van politici in Den Haag tot sporters die ik ontmoet in een krachthonk waarin ik aan het trainen ben. Allen laten zich erover uit. De politici in bewoordingen over onze democratische vrijheden die wij niet moeten laten bedreigen. De mede-sporters hebben vragen aan mij over hoe zo veilig mogelijk zichzelf te kunnen verdedigen tegen een aanval met een mes.
‘Zo veilig mogelijk’ vind ik een goede toevoeging omdat messen wat mij betreft bijzonder onveilige voorwerpen zijn. Wie heeft zichzelf nooit per ongeluk met een mes in de vingers gesneden? Bij het koken of bij het klussen. Ook ik weet uit eigen ervaring dat je dit ongemerkt overkomen kan. Plots heb je een jaap in een vinger. Gewoon, door onoplettendheid en gedachteloos bezig zijn. Je bent zo vaak aan het koken, je bent zo vaak aan het klussen dat je niet eens meer oplet zodra je een mes pakt. Hoe ‘veilig’ is een mes eigenlijk nog?
Onmogelijk
Een mes is wél een snij- én steekwapen en dit zegt genoeg over hoe gevaarlijk dat is. Aanvallers kunnen hun slachtoffers verwonden door hen te steken met de punt en/of te snijden met het snijvlak. Waarbij tweesnijdende messen twee snijvlakken hebben. Iemand met kwade bedoelingen kan vanuit allerlei richtingen op veel verschillende manieren proberen zijn slachtoffers te raken. Hij zal heel wild en met grote bewegingen of heel gericht en bijna ongezien proberen dit wapen te gebruiken. Overal waar hij zijn slachtoffer(s) maar raken kan.
Het is naar mijn persoonlijke mening vrijwel onmogelijk dit te voorkomen. Tegen cursisten in mijn riddertrainingen zelfverdediging zeg ik elke les opnieuw dat zij vrijwel kansloos zijn tegen een mes. Dit geldt al helemaal voor scholieren en studenten binnen de scholierenzelfverdediging omdat deze jongeren nog niet volgroeid en dus niet op volle sterkte functioneren. Elke training vertel ik cursisten dat het vrijwel onmogelijk is een mesaanval te verdedigen zonder gewond te raken. Helemaal als je zonder op je omgeving te letten in jezelf teruggetrokken zit te bidden in een kerk. Of boodschappen aan het doen bent en zonder op je omgeving te letten over straat loopt. Nee, ik (ver)oordeel geen enkel slachtoffer want niemand had hun mogen vermoorden.
Afstand
Eigenlijk is er naar mijn idee maar één effectieve verdediging tegen een mesaanval en dat is om zo snel mogelijk een zo groot mogelijke afstand tot het mes te maken. Keer jezelf desnoods om en begin keihard te rennen. Ooit heb ik iemand zien rennen over in een fietsenstalling gestoken fietsen. Hij ging daar zo snel overheen dat niemand hem kon volgen. Prima manier om te ontkomen aan je achtervolgers en misschien ook aan een mes. Maak afstand … maak dat je wegkomt … ren zo snel als je kunt weg. Spring over tafels en banken ontwijk obstakels en hindernissen en maak dat je wegkomt.
Afstand is volgens mij niet alleen in het geval van een snij- en/of steekwapen je beste vriend. Ook als het gaat om slagwapens is het een heel goed idee te zorgen dat je niet geraakt kan worden. Maak dat je wegkomt. Hoe kleiner de kans geraakt te worden hoe minder kans op letsel.
Blokkeren
Een aanval met een slag-, snij- of steekwapen blokkeren vind ik niet zo een goed idee, behalve als je echt niet meer weg kan komen. ‘Kan je geen afstand maken, moet je de afstand zo klein mogelijk maken’ leer ik mijn cursisten. Hiermee bedoel ik dat zij de strijd naar hun tegenstander moeten brengen. Alleen als het niet anders kan. En … nooit ongewapend! Pak wat je pakken kan. Pak een stoel, een kruk, een (niet te zware) tafel, een leren jas/riem, asbak, fles … noem het zo gek maar op maar pak iets.
Kan je aan een mes komen, pak dan een mes. En ik spreek uit ervaring. Het is vlot over met de ambities van uw tegenstander op het moment dat u zo een situatie weet te ‘nivelleren’. ‘Nivelleren’ noem ik het gelijktrekken van een ongelijke strijd in mijn riddertrainingen zelfverdediging. Hij een stok, ik ook een stok … hij een mes, dan ik ook een mes.
Laf
Binnen mijn beroepsmatige praktijk heb ik meegemaakt hoe tegenstanders een gevecht plotseling opgaven toen zij zagen dat ik ook een mes inbracht. Het hoefde plots niet zo nodig meer voor hen. Dat was tot het moment dat ik zelf een mes wist te pakken toch echt héél anders. Mesvechters laten hun wapens nooit lang zien, die laten zij voelen aan hun slachtoffers. Zeker zodra die ongewapend zijn, want ‘alle mannen zijn laf’. Pak iets waarmee je de strijd kan ‘nivelleren’ als je er niet in slaagt aan een gevecht tegen een gewapende tegenstander te ontkomen.
‘Alle mannen zijn laf’’ leg ik vrijwel woordelijk zo aan cursisten in mijn riddertrainingen zelfverdediging uit. Dit hoeft geen hogere wiskunde te zijn, kijk maar naar slachtoffers van geweld door mannen. Dat zijn vaak vrouwen, of mannen die kleiner of veel minder sterk waren dan de daders zelf zijn. Of ze kwamen gewapend naar het gevecht om een grotere en sterkere tegenstander tot slachtoffer te maken.
Weglopen
Helaas hebben wij als samenleving ondanks alle terreur nog niet voldoende ervaring met geweld om burgers tot automatische weglopers te maken. Zelfs onze opsporingsambtenaren niet. Ooit zat ik beroepsmatig in een bijeenkomst met medewerkers van onze overheid, politie en defensie toen er plotseling een heel dik boek op een hoge plank omviel. Dat het om gebonden papier ging wisten wij nog niet. Maar het gaf een enorm luide knal. Iedereen stond aan de grond genageld of zat aan de zitting van diens stoel vastgelijmd.
Zelf zat ik op dat moment aan de bar op een barkruk van een drankje te genieten en te luisteren naar de verschillende sprekers. Meteen na de knal was ik al vertrokken richting uitgang. En met mij een slanke man die een fiks stuk langer was dan ik ben. Wij liepen getweeën gehaast weg toen bekend gemaakt werd dat een lijvig boekwerk omgevallen was. Iedereen die ons in de ogen kon kijken lachte ons toe danwel uit. Wij keken elkaar even aan waarna de lange man vanuit de hoogte tegen mij zei: ‘liever blooje Jan dan dooje Jan’. En hij had helemaal gelijk.
Achteraf had de presentator het er nog over met alle aanwezigen dat het hem opgevallen was dat er niemand onmiddellijk reageerde. Terwijl er heel wat aanwezigen bij politie en defensie vandaan kwamen die beroepsmatig heel wat spannende situaties meegemaakt hebben. Enkelen zelfs ervaring met oorlogsgeweld. Nou was dat niet helemaal waar, want twee paar voeten waren al onderweg naar de uitgang. Betekent dit dat elke burger ‘een wegloper’ zou moeten worden? Ik denk van wel.
Share on Facebook